Gezondheidsrecht begrepen (5e druk)
NIEUW: Update van recente wetswijzigingen

Overzicht van recente wetswijzigingen

Sinds het verschijnen van de 5e druk van Gezondheidsrecht begrepen zijn er een aantal wetswijzigingen doorgevoerd. Hieronder vind je een overzicht van de voor het boek relevante wijzigingen:

Paragraaf 2.5
Bachelor medisch hulpverlener opgenomen in Wet BIG

Na een experimenteerperiode van vijf jaar heeft het kabinet Rutte IV besloten drie differentiaties van de Bachelor Medisch Hulpverlener (BMH) op te nemen in de Wet BIG. Het gaat om de differentiaties ambulancezorg, spoedeisende hulp en cardiodiagnostiek/interventiecardiologie. De bachelor medisch hulpverlener krijgt een functioneel zelfstandige bevoegdheid voor het verrichten van bepaalde voorbehouden handelingen.
De opname in het BIG-register gebeurt pas als aan twee voorwaarden is voldaan:

  • aanpassing van de opleiding zodat studenten in hun opleiding meer praktijkervaring opdoen; én
  • een andere naamgeving voor het beroep. De term ‘bachelor’ wordt gebruikt in verband met een opleiding of graad en daarom is deze term niet geschikt als beroepstitel.

 

 

Paragraaf 2.8
Van vijf naar drie regionale tuchtcolleges

Sinds 1 april 2022 zijn er niet langer vijf maar drie regionale tuchtcolleges. Deze tuchtcolleges zijn gevestigd in Amsterdam, Den Bosch en Zwolle. Aanleiding voor het terugbrengen van het aantal regionale tuchtcolleges is het relatief beperkt aantal tuchtzaken dat ieder college jaarlijks behandelt en de behoefte om de werkwijze van de colleges beter op elkaar af te stemmen.

 

Paragraaf 7.2
Automatisch gezag voor de erkenner

Vanaf 1 januari 2023 krijgt de man of vrouw die met toestemming van de moeder een kind erkent, automatisch samen met de moeder het gezag over het kind. Tot nu toe wordt de erkenner ‘alleen maar’ de juridische ouder van het kind. Willen de moeder en de erkenner gezamenlijk gezag dan moeten zij dit gezag, na de erkenning, inschrijven in het gezagsregister. Dat is na 1 januari 2023 niet meer nodig omdat het gezamenlijk gezag automatisch ontstaat. Willen de moeder en de erkenner niet dat er door de erkenning gezamenlijk gezag ontstaat, dat moeten zij dit samen verklaren bij de erkenning of bij de aangifte van de geboorte. In dat geval heeft de moeder alleen het gezag over haar kind en wordt de erkenner de tweede juridische ouder zonder gezag. De nieuwe wet geldt alleen voor erkenningen na 1 januari 2023. Voor erkenningen van vóór 2023 geldt dat de erkenner alleen samen met de moeder gezag heeft als dit gezag is ingeschreven in het gezagsregister.

Paragraaf 10.4
Verplichte bedenktijd abortus vervalt


De verplichte bedenktijd van vijf dagen die een arts moet aanhouden als een vrouw hem vraagt om een abortus vervalt op 1 januari 2023. De Eerste Kamer heeft in juni 2022 ingestemd met deze wijziging van de Wet afbreking zwangerschap (Waz) nadat de Tweede Kamer dat al in februari 2022 had gedaan. De bedoeling van de wetswijziging is vrouwen (en hun partners) zelf te laten kiezen of en hoeveel bedenktijd zij nodig hebben als zij een arts om een abortus hebben verzocht.

Abortuspil wellicht straks bij de huisarts

Uitgangspunt in de Wet afbreking zwangerschap (Waz is dat een abortus alleen mag worden uitgevoerd in een abortuskliniek of in een ziekenhuis met een vergunning van het ministerie van VWS, ook als de abortus in de eerste negen weken van de zwangerschap kan worden uitgevoerd door het toedienen van een medicijnen. De Tweede Kamer heeft in maart 2022 ingestemd met een wijziging van de Waz waardoor het mogelijk wordt dat huisartsen de zogeheten abortuspil gaan verstrekken. Dit betekent dat een vrouw voor een abortus in de eerste negen weken van de zwangerschap niet naar een abortuskliniek of een ziekenhuis hoeft, maar zicht tot haar huisarts kan wenden. In het wetsvoorstel wordt uitdrukkelijk bepaald dat huisartsen de keuze hebben of zij wel of niet de abortuspil gaan verstrekken aan hun patiënten. De Eerste Kamer moet zich nog uitspreken over deze wijziging van de Waz.

Paragraaf 10.4
Reparatiewet Wvggz

De Reparatiewet Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) heeft veranderingen aangebracht in een aantal uitvoeringsvoorschriften van de Wvggz. Sommige daarvan zijn nog niet verwerkt in de 5e druk van Gezondheidsrecht begrepen. Zo is voor het indienen van een verzoek om verlenging van de zorgmachtiging de termijn van minimaal vier weken vervallen. Bij verzoeken om een zorgmachtiging van een jaar of langer geldt deze termijn nog wel. Ook kan de rechter afwijken van de maximale beslistermijn van drie weken na ontvangst van een verzoekschrift. En in geval van een crisismaatregel dient de psychiater in zijn medische verklaring de noodzakelijke vormen van verplichte zorg op te nemen.
Door de Reparatiewet heeft de rechtbank de mogelijkheid gekregen om andere vormen van verplichte zorg in de zorgmachtiging op te nemen dan waar om is verzocht. Deze wijziging van de Wvggz is al wel verwerkt in de 5e druk van Gezondheidsrecht begrepen.

 

 

Tip: deze website werkt wel op systemen met een smal scherm zoals een smartphone, maar je kunt hem beter gebruiken op een computer of tablet.

Hint: this website does work on a smartphone screen, but we recommend that you use a computer or tablet.